Veel mensen nemen een volwassen hond in huis, meestal een asielhond. Dat is vaak makkelijker dan het zindelijk maken van een pup. Alleen een volwassen hond heeft soms weer andere problemen en het is belangrijk dat de eerste periode in een nieuwe omgeving goed verloopt. Vaak heeft hij een traumatische ervaring achter de rug door het verblijf in het asiel. Daarom moet langzaam zijn vertrouwen worden gewonnen. Waar  kun je aan denken?

Rust en veiligheid

Gun de hond rust. Doe niet direct alles waar je altijd al van droomde! Nodig niet meteen mensen uit om met hem kennis te maken. Dwing hem tot niets. Laat hem op zijn gemak wennen aan zijn nieuwe omgeving. Geef hem een mand bij je in de buurt op een rustige, veilige plek waar hij door niemand gestoord wordt. Hij moet zich hier terug kunnen trekken wanneer hij daaraan behoefte heeft. Laat hem met rust. Wacht tot hij uit zichzelf naar je toekomt voor een aai of iets lekkers. Zijn er dingen die hij eng vindt zoals onbekenden, ritje in de auto, het geluid van de stofzuiger: dwing ze niet op, laat hem met kleine beetjes tegelijk wennen en maak ze aantrekkelijker met beloningen.

Gezondheid

Is het een asielhond dan is de hond al nagekeken door de dierenarts die verbonden is aan het asiel. Toch is het aan te bevelen je hond ook even door je eigen dierenarts te laten nakijken. Dan weet je zeker hoe het staat met zijn gezondheid en hebben de arts en hond alvast kennis gemaakt. Dat is prettig als er ooit iets voordoet waarbij geen tijd is voor kennismaken. Misschien krijgt je het advies je hond in het begin wat extra voedingsstoffen of vitaminen te geven. De dierenarts kan ook ogen en oren controleren en eventuele lange nagels bijknippen.

Regelmaat en duidelijkheid

Laat je hond vanaf het begin duidelijk merken wat wel en niet kan. Hier ontleent hij zekerheid aan. Duidelijk laten merken wat niet kan wil overigens niet zeggen: Ruw of hard zijn (slaan is natuurlijk helemaal uit de boze). Honden kunnen uitstekend horen. Aan je stem merkt hij al hoe laat het is. Zorg dat de dag voor hem een duidelijke indeling heeft. Hanteer vaste tijdstippen voor eten, uitlaten, spelletjes en slapen.

Eten

Als je je hond ander voer wilt geven dan hij gewend is, schakel dan geleidelijk over op een ander voedsel dan de hond in het asiel kreeg. Geef hem af en toe wat lekkers, om hem te belonen of op zijn gemak te stellen. Hondenlekkers welteverstaan, dus geen mensensnoepjes of -koekjes! Hij zal het ook heerlijk vinden zich af en toe in zijn mand te kunnen terugtrekken met een bot of een kluif of iets anders waar hij lang mee bezig is.

Verzorging

Zorg dat je hond een schone vacht heeft. Als hij niet gewend is te worden geborsteld, maak hem dan met korte borstelbeurten vertrouwd. Stel hem op zijn gemak, Geef hem tussendoor een brokje of iets dergelijks. Controleer ook of hij schone ogen en oren heeft en of zijn nagels niet te lang zijn. Laat het knippen van de nagels over aan de dierenarts of breng een bezoekje aan de trimsalon. Wacht met dit laatste, als het mogelijk is, tot de hond een beetje is gewend.

Beweging en training

Als je hond wat gewend is en graag naar buiten gaat, maak dan wandelingen met hem. Begin met korte rondjes en maak ze dan geleidelijk aan langer. Op den duur zijn echt lange tochten natuurlijk het einde! Doe spelletjes met hem en leer hem het een en ander. Honden hebben niet alleen behoefte aan lichamelijke beweging, maar willen ook graag hun kop gebruiken. Begin met eenvoudige commando’s. Je zult zien hoe je hond enthousiast wordt als hij een opdracht heeft begrepen en die keer op keer mag uitvoeren. Dit is goed voor zijn moreel, hij telt weer mee, hij word serieus genomen! Als hij het goed doet: altijd uitbundig prijzen, en aaien. Alles wat je echt samen met je hond doet, vergroot de band tussen jullie en geeft hem zelfvertrouwen.

Hondentaal

Zorg dat je begrijpt hoe de hondengeest functioneert. Maak de hondentaal eigen. En ook al lijkt het alsof de hond je verstaat, bedenk dat honden non-verbaal zijn: zij lezen je d.m.v. de klank van je stem, Je lichaamstaal, houding en wellicht ook geur. Hoewel honden het als bedreigend ervaren wanneer zij langdurig aangestaard worden (zeker door vreemden), is oogcontact voor honden een essentiële vorm van communicatie. Honden ontlenen informatie aan je blik, of je jezelf daar nu wel of niet van bewust bent. Wanneer uw mond ‘nee’ zegt, maar uw ogen ‘ja’ , dan weet hij al genoeg. Degene die het oogcontact het eerst tot stand brengt, is meestal de baas. Degene die het oogcontact het eerst afbreekt, is de verliezer. Honden die hun baas helemaal niet aankijken, hebben een probleem: zij willen of kunnen zich niet onderwerpen aan jou als baas. Oogcontact kan getraind worden. Probeer dingen duidelijk te maken met je blik, zonder de stem te gebruiken. Wijs bijvoorbeeld met je ogen aan waar iets lekkers ligt, of je naar links of naar rechts gaat. Beloon met je ogen: zend je warmte, goedkeuring en liefde van je eigen ogen naar die van je hond. En ook een glimlach begrijpt hij!

Geduld

Je denkt misschien dat alle asielhonden problemen hebben. Natuurlijk is dat niet zo. In het asiel zitten hartstikke leuke honden waar niets mis mee is, maar die daar door omstandigheden terecht zijn gekomen. De ene hond zal zich moeiteloos aanpassen en de andere heeft meer tijd nodig om het vertrouwen in zichzelf en in de mens terug te krijgen. Als je begrip en geduld kan opbrengen voor dit proces, dan kan je van elke tweedehands hond een eersteklas vriend maken!

Wil je nu eerst eens ervaring opdoen met een vreemde hond kijk dan eens op deze lijst met oproepen. Je maakt er jezelf, de eigenaar en de hond blij mee.
En is er een asiel in de buurt? Vraag eens of je een hond blij mag maken met een wandeling.